Help mijn kind doet mee aan een judowedstrijd

Help mijn kind heeft een judotoernooi…

Je kind zit op judo en dan komt het moment dat je er een uitnodiging komt voor een (opstap) judotoernooi. Eerst denk je, nee hoor dat doen we nog niet…. Maar aangemoedigd door mede-ouders en trainer besluit je om je kind mee te laten doen… en dan?

Opgavebriefje

Dit briefje is bedoeld om je op te geven voor een toernooi. Vul het zorgvuldig in en weeg je kind een keer ’s ochtends voor het juiste gewicht! Kloppen de gegevens lever het briefje dan in bij de club en betaal gelijktijdig.
De toernooien staan op de website, hier kun je je kind ook opgeven!

Weegbriefje

Een paar weken ( soms dagen) voor het toernooi krijgt je kind het weegbriefje mee. Bewaar dit goed! Op het weegbriefje staat waar, wanneer en hoe laat je kind moet wegen. Controleer of het gewicht nog klopt, wijkt het gewicht erg af van het opgegeven gewicht neem dan contact op met de trainer.
Het weegbriefje neem je mee naar het toernooi en laat je zien bij de weging. Wanneer uw kind gewogen is krijgt hij het briefje voorzien van krul of stempel weer terug. Dit briefje moet je vervolgens bij de de wedstrijdmat weer afgeven!

De wedstrijd

Ouders en toeschouwers mogen niet bij de matten komen. Ze nemen plaats op de tribune of banken die hier voor bestemd zijn. De coaches (trainers) ontfermen zich vanaf dit moment over uw kind.
Uw kind zoekt de juist mat (1,2,3 enz) en levert aan de tafel zijn weegbriefje in. Vervolgens blijft hij of zij in de buurt van de wedstrijdmat. Voordat de wedstrijden beginnen gaan alle kinderen op de banken bij de mat zitten, totdat ze worden opgeroepen voor hun wedstrijd.
En dan mogen ze judoën!!!!
Uw kind wordt opgeroepen en krijgt een rode of witte band om. Rood hoort dan bij het rode scorebord en wit hoort bij het witte scorebord.
De kinderen beginnen aan de zijkant van de mat (tatami) tegenover elkaar. De scheidsrechter nodigt uit om te groeten en de wedstrijd begint. Een wedstrijd in de -12 ( kinderen jonger dan 12 jaar) duurt 2 minuten.
en dan….

Je kan bij judo op 4 manieren een score behalen:

1. je tegenstander te werpen (b.v. met een heup, schouder- of beenworp)
– als je je tegenstander in volle vaart plat op zijn rug gooit, is het een IPPON en is de wedstrijd meteen afgelopen
– als hij net niet vol op zijn rug komt of op zijn zij dan is het een WAZA-ARI (2x een waza-ari is ook een ippon) na de 2e waza-ari is de wedstrijd ook gelijk afgelopen.

klik op judoinfo.com om verschillende worpen te zien

2. je tegenstander in een houdgreep (OSAE-KOMI) te houden (een greep waarbij je je tegenstander met beide schouders op de mat drukt)
– duurt de houdgreep 20 seconden is het IPPON (en afgelopen)
– duurt de houdgreep 15 seconden is het een WAZA-ARI

3. je tegenstander in een armklem of verwurging nemen en zo te dwingen tot opgave (vanaf resp.15 en 12 jaar)
– als hij opgeeft (aftikt) is het IPPON en dus afgelopen

4. winnen op straffen (shido’s) van je tegenstander
– bij het ontbreken van een score, wint degene met de minste shido’s (straffen). Een shido is een lichte overtreding. Je kunt 3x een shido krijgen. De 4e leidt tot diskwalificatie (HANSOKU-MAKE)

Voorbeelden van overtredingen die leiden tot een SHIDO:

– passief judoën
– schijnaanval maken
– vingers van de ander naar achteren buigen om greep te verbreken
– achteruit van de mat aflopen

Voorbeelden van overtredingen die leiden tot een HANSOKU-MAKE:
– een tegenstander die op de mat ligt optillen, om hem daarna weer op de mat te werpen
– tijdens de wedstrijd onnodig roepen, opmerkingen of gebaren maken, met de bedoeling de tegenstander of de scheidsrechter te kleineren
– met het hoofd naar de mat “duiken” als je een heupworp inzet (zo kan je jezelf ernstig verwonden)
– een handeling verrichten die de tegenstander kan verwonden aan de hals- of nekwervels of handelingen die in strijd kan zijn met de geest van de judosport

Na 2 minuten is de wedstrijd afgelopen. Er wordt dan een zakje op de mat gegooid. Als er geen scores zijn gemaakt beslist de scheidsrechter wie gewonnen heeft. Dit is vaak de judoka die de meeste aanvallen heeft laten zien. Als er scores zijn gemaakt dan wint diegene met de meeste scores. De kinderen groeten af en nemen weer plaats op de bank.
puntenjudo

Poulesysteem tijdens een judowedstrijd

Het poulesysteem wordt veel gebruikt op algemene toernooien en bij de jeugd tot 12 jaar, waarbij het deelnemen en plezier beleven eigenlijk het belangrijkste is. Het afvalsysteem wordt op belangrijke wedstrijden gebruikt waarbij tevens in gewichtsklasses wordt gewerkt. Bij het afvalsysteem gaan alleen de winnaars een ronde verder. De afvallers krijgen nog een kans in de herkansingsronde. Ook deze ronde werkt met het afvalsysteem. Wie dus in de herkansingsronde verliest ligt eruit.
Het aantal deelnemers wordt verdeeld in twee groepen. Mocht het aantal deelnemers minder zijn dan 6, dan wordt er een hele competitie gespeeld. Dus geen finalepoule.
In een finalepoule wordt er een kruiswedstrijd gespeeld:
•    De winnaar van poule 1 komt tegen de nummer 2 van poule 2
•    De winnaar van poule 2 komt tegen de nummer 2 van poule 1
De winnaars van de kruiswedstrijd spelen daarna de finale.